Duurzame zakelijke energie: zo krijg je altijd groene stroom, ook zonder wind of zon
Groene stroom is voor steeds meer bedrijven de logische keuze. Daarom zien we ook dat er steeds meer contracten worden afgesloten waarbij de energielevering volledig uit groene stroom bestaat. Vanaf dat moment wordt je bedrijf voorzien van energie opgewekt uit bijvoorbeeld zonnepanelen of windmolens. Maar: wat als de zon de hele dag niet schijnt of de wind zo zwak is dat windmolens ook geen energie op kunnen wekken? Wat maakt de gebruikte energie dan groen?
De werking op het energienet
Wanneer je voor jouw bedrijf een groen energiecontract afsluit, ga je er misschien vanuit dat er dan alleen nog maar energie van zonnepanelen en windmolens uit jouw stopcontacten komt. Dat zit net wat anders: er loopt namelijk geen directe verbinding van deze groene energiebronnen naar jouw gebouw. Het gebouw is aangesloten op het algemene energienet, waar meerdere soorten energie in samenkomen. Hier zit dus jouw groene stroom in, maar ook grijze stroom van energiebronnen zoals bijvoorbeeld kolencentrales. Zo ontstaat een mix van grijze en groene energie.
Het energienet is dus een complex geheel met verschillende soorten stroom. Dat is nodig om altijd voldoende aanbod te hebben, zodat aan de vraag van stroom kan worden voldaan. Aan de andere kant kan er ook niet meer stroom op het energienet zijn dan gevraagd wordt. Daar moet dus heel zorgvuldig naar gekeken worden. Op het moment dat zonnepanelen en windmolens veel stroom kunnen genereren, zal het stroomaanbod een stuk groener zijn. Wanneer het echter niet waait of de zon niet schijnt, wordt het tekort eenvoudig aangevuld met een kolencentrale. Zo ontstaat een mix van grijze en groene energie, genoeg om aan de totale vraag naar energie te voldoen.
Heeft groene stroom dan wel zin?
Je vraagt je misschien af hoe groen jouw groene-energiecontract dan eigenlijk is. Want als er bij jou nog steeds grijze stroom uit het stopcontact komt, wat heeft het dan voor zin? Het feit dat je een groene-energiecontract hebt, zorgt ervoor dat een steeds groter aandeel op het energienet groene energie wordt. Dat heeft tot gevolg dat kolencentrales minder schadelijke energie op hoeven te wekken, zodat het totale energienet een stukje groener wordt. Op die manier wordt dus CO2-uitstoot bespaard.
Groene stroom is dus zeker niet nep. Hoewel er inderdaad een mix van grijze en groene stroom uit jouw stopcontact komt, kun je wel achterhalen of jouw energie écht groen is. Dit wordt gedaan aan de hand van een Garantie van Oorsprong, kortweg een GvO. Een centrale organisatie in Nederland, CertiQ, geeft deze GvO’s uit voor elke megawattuur (MWh) aan groene energie die wordt opgewekt. Een energieleverancier koopt zowel de groene energie als de bijbehorende GvO’s op. Op die manier is dus te controleren dat bedrijven hun groene energie niet dubbel verkopen en krijg jij echt de groene stroom waar je voor betaalt.
Verschillende soorten groene stroom
Naast groene stroom uit windmolens en zonnepanelen zijn er nog een aantal manieren waarop stroom op een groene manier tot stand kan komen. Denk bijvoorbeeld aan het opstoken van biomassa in de vorm van houtafval of rioolslib. Ook energie uit waterkracht of kerncentrales wordt door sommigen gezien als groene of duurzame energie. Wanneer de wind even blijft liggen en de zon een tijdje niet schijnt, staat de productie van duurzame energie dus niet direct stil. De productie van energie uit waterkrachtcentrales of kerncentrales kan ook dan gewoon doorgaan en schonere energie produceren dan ouderwetse kolencentrales. Zonder zon en wind kan de stroom uit jouw stopcontacten dus nog steeds een stukje groener zijn.
Goed omgaan met stroom van zonnepanelen en windmolens
Het is natuurlijk vrij onhandig dat zonnepanelen geen energie kunnen produceren als de zon niet schijnt. Hetzelfde geldt voor windmolens wanneer het niet waait. Gelukkig zijn er al een drietal belangrijke aanpassingen in ontwikkeling, die ervoor moeten zorgen dat de stroom uit zonnepanelen en windmolens beter ingezet kan worden.
Aanpassing 1: Netwerk van stroomnetten
Nu heeft elk land nog een grotendeels eigen stroomnet. In Nederland werken we wel samen met Noorwegen en Duitsland, maar verdere verbindingen zijn nog niet echt tot stand gekomen. Het is dus beter wanneer er nog grotere verbindingen komen met andere landen. Door stroomnetten met elkaar te verbinden, kunnen de nadelen van zonnepanelen en windmolens beter opgevangen worden. Dit proces wordt ‘uitdempen’ genoemd. Uit verschillende studies blijkt namelijk dat het eigenlijk altijd wel ergens waait of dat ergens de zon wel schijnt. Is het windstil en laat de zon zich niet zien in Nederland, kan het zomaar zijn dat het hard waait in Denemarken en dat de zon volop schijnt in Frankrijk. Een interconnectie aangaan met de verschillende stroomnetten van andere landen kan de nadelen van zonnepanelen en windmolens dus voor een heel groot deel oplossen.
Aanpassing 2: Verbruiken bij zon of wind
Ook zou het helpen als er alleen stroom wordt verbruikt op momenten dat de zon schijnt of als het waait. Door een deel van de vraag naar stroom aan te passen naar het huidige aanbod aan energie, is een deel van het probleem ook op te lossen. Bij consumenten wordt dit al op kleine schaal uitgeprobeerd door bijvoorbeeld de wasmachine te laten draaien bij veel wind of de auto op te laden wanneer de zon hard schijnt. Ook voor bedrijven zijn er tientallen manieren om het verbruik van stroom af te stellen op het aanbod van groene energie. Een nieuwe slimme meter, een digitale energiemeter die op afstand uitgelezen kan worden door jouw energieleverancier, moet hierbij gaan helpen.
Aanpassing 3: Het opslaan van groene stroom
We gaven net aan dat er niet meer stroom op het energienet kan zijn dan op dat moment nodig is. Het is wel een oplossing om zonne- en windenergie die niet direct nodig is op een andere manier op te slaan, al is dat zeker niet makkelijk. We nemen als eenvoudig voorbeeld de accu in een elektrische auto die je volledig met windstroom op kunt laden en zijn stroom later weer teruggeeft aan het net. Ook zijn er zogeheten spaarbekkencentrales. Deze centrales pompen water omhoog als er sprake is van een stroomoverschot en laten dit weer zakken als er meer vraag komt. Door het water te laten zakken kan weer energie opgewekt worden. De laatste oplossing komt in de vorm van elektrolyse: hierbij kan uit groene energie die op dat moment niet nodig is groene waterstof gemaakt worden. Vervolgens kan de groene waterstof makkelijker dan opgeslagen worden en later gebruikt worden om stroom op te leveren of direct gebruikt worden in de industriesector.
Door een groen energiecontract voor jouw bedrijf af te sluiten, draag je bij aan het steeds duurzamer worden van het energienet. Hoewel er dan nog steeds grijze stroom uit je stopcontacten kan komen, weet je dankzij GvO’s zeker dat je ook echt de groene stroom krijgt waar je voor betaalt. Daarnaast zijn er ook andere manieren om groene stroom op te wekken, bijvoorbeeld in de vorm van biomassa of waterkrachtcentrales. Om de nadelen van windmolens en zonnepanelen tegen te gaan, wordt er hard gewerkt aan aanpassingen om groene energie aan te kunnen bieden. Zelfs wanneer de zon niet schijnt of de wind niet waait.